FAQ: wat zijn de basisregels voor een anciënniteitspremie?

Van 

Om de loyaliteit van een werknemer aan het bedrijf te belonen, heeft de werkgever de mogelijkheid om hem een anciënniteitspremie toe te kennen. Laten we de basisregels omtrent de toekenning van deze premie eens opsommen.


Aan werknemers die een bepaald aantal jaren in dienst zijn, kan een anciënniteitspremie worden toegekend. Een anciënniteitspremie in natura, in geld (via overschrijving) of in de vorm van geschenkcheques wordt onder bepaalde voorwaarden niet als loon beschouwd, met als gevolg dat er geen bijdragen voor de sociale zekerheid en geen bedrijfsvoorheffing op ingehouden wordt.

1. Hoeveel jaar anciënniteit moet men bereiken?

Een anciënniteitspremie mag tweemaal toegekend worden in de loop van een beroepsloopbaan bij een werkgever.

De toekenning van de premie moet ten vroegste plaatshebben in het kalenderjaar waarin de werknemer 25 of 35 dienstjaren bereikt. Dit wil zeggen dat de premie voor de eerste maal toegekend mag worden aan werknemers met een anciënniteit van meer dan 25 jaar (“ten vroegste”) of, voor de tweede maal aan werknemers met een anciënniteit van meer dan 35 jaar.

Ingevolge die verduidelijkingen moet de vrijstellingsvoorwaarde worden verbonden aan het feit dat de premie wordt toegekend ten vroegste bij 25 of 35 jaar dienst, zonder dat vereist is dat ze wordt toegekend naar aanleiding van 25 of 35 jaar dienst. Een anciënniteitspremie die de eerste keer wordt toegekend ter gelegenheid van 30 jaar dienst beantwoordt wel degelijk aan de vrijstellingsvoorwaarde verbonden aan de toekenning.

Het is echter absoluut noodzakelijk dat de 25 jaar of de 35 jaar worden bereikt.

2. Welk bedrag moet worden gerespecteerd?

Het maximale bedrag is:

  • één maal het bruto bedrag van de maandwedde voor 25 jaar dienst;
  • twee maal het bruto bedrag van de maandwedde voor 35 jaar dienst.

De werkgever die de voorwaarden en/of maximumbedragen niet in acht neemt, zal zowel de sociale bijdragen als de bedrijfsvoorheffing moeten inhouden, maar enkel op het overtollige gedeelte.

In dat geval vormt dit overtollige gedeelte bij de werkgever een aftrekbare beroepskost voor zover het bedrag van het voordeel op de passende individuele fiche wordt opgenomen.

3. Wat bedoelen we met brutobedrag maandwedde?

Voor de bepaling van het bedrag van de anciënniteitspremie wordt het brutobedrag van de normale maandwedde vóór aftrek van de socialezekerheidsbijdragen op het ogenblik van de toekenning van de anciënniteitspremie in aanmerking genomen.

In afwijking hiervan mag een werkgever ook voor kiezen om het voordeel te bepalen in functie van het gemiddelde brutobedrag van een maandloon in zijn onderneming in plaats van gewoon het brutobedrag van de maandwedde van de werknemer te nemen.

Werkgevers die hiervoor kiezen, moeten per kalenderjaar het gemiddelde brutobedrag van een maandloon in de onderneming vaststellen op basis van de verhouding tussen de uitbetaalde lonen en het aantal voltijdse equivalenten tijdens het voorgaande kalenderjaar.

De werkgevers die zich op deze vrijstelling van bijdragen beroepen, moeten alle elementen en berekeningen kunnen aanbrengen die toelaten te beoordelen of de toegekende voordelen de maximumbedragen respecteren.

Tijdens een kalenderjaar mag een werkgever beide berekeningswijzen niet samen toepassen. Indien dat het geval is, geldt er geen vrijstelling van bijdragen voor alle tijdens dat kalenderjaar toegekende anciënniteitspremies. De werkgever zal dus per kalenderjaar moeten beslissen of hij zijn werknemers een anciënniteitspremie toekent op basis van hun brutoloon of op basis van het gemiddeld brutobedrag van een maandloon in zijn onderneming.

4. Anciënniteitspremie staat niet gelijk aan pensioenpremie

Een premie die naar aanleiding van de pensionering of de sluiting van de onderneming wordt toegekend en die eveneens op basis van het aantal dienstjaren bij de werkgever zou worden vastgesteld, wordt niet als een anciënniteitspremie aangemerkt. Dergelijke premie wordt immers niet toegekend naar aanleiding van 25 of 35 jaar dienst bij dezelfde werkgever, maar wel naar aanleiding van de pensionering of de sluiting van de onderneming.

Als een werknemer met pensioen gaat en de werkgever wil hem een premie toekennen (want hij heeft ook 25 jaar of 35 jaar anciënniteit), moet men rekening houden met de specifieke grensbedragen voor een geschenk voor pensionering (maximum 40 euro per dienstjaar, minimum 120 euro en maximum 1.000 euro).

5. Loonnorm

In het kader van (de toekenning van) deze premie is de loonnorm van toepassing. Er moet dus rekening mee worden gehouden bij de berekening van de loonnorm (element opgenomen in het begrip loonkost).

Dit soort voordeel en een hele reeks andere voordelen worden uitvoerig beschreven in ons naslagwerk over alternatieve verloning. Mis de nieuwe editie niet (juni 2024).

Bronnen: Onderrichtingen RSZ, het loonbegrip, Circ. nr. Ci.RH.241/608.543 (AAFisc nr. 27 /2011) van 23 mei 2011.